Agri

Mark Slinkman in gesprek met lokale agrariërs Berg en Dal

In gesprek met Hans en Jeroen Janssen

Mark Slinkman lokale agrariërs

Groesbeek,
De politiek van Berg en Dal voelt zich betrokken bij de agrarische ondernemers in de gemeente. Op 4 juli 2022 bezochten ruim 150 agrariërs op uitnodiging van de burgemeester een bijeenkomst in het gemeentehuis. Op 21 januari 2023 gingen gemeenteraad en college met een touringcar verschillende boerenbedrijven af tijdens een ‘toer-de-boer’. Recent maakte burgemeester Mark Slinkman een rondje langs een aantal agrariërs in zijn gemeente. Als eerste bezocht hij de broers Hans en Jeroen Janssen in Groesbeek.

Hans en Jeroen, hoe ziet jullie bedrijf eruit?

”Inmiddels zijn we al de vierde generatie hier op de Waldgraaf, onze overgrootvader is hier al voor de oorlog begonnen. Natuurlijk is er sindsdien veel veranderd; we melken nu ruim 120 koeien en houden daarnaast zo’n 70 stuks jongvee op de 68 hectare grote boerderij. Op onze akkers verbouwen we ook mais als aanvullend veevoer.”

Om maar met de actualiteit te beginnen: zijn jullie piekbelasters?

”Dat verwachten we eigenlijk niet, gezien de locatie en de wijze waarop we ons bedrijf voeren. Maar we hebben de berekening niet gemaakt; dat heeft voor ons niet veel zin omdat we niet van plan zijn te stoppen.”

Maken jullie je zorgen over het voortbestaan van het boerenbedrijf in Berg en Dal?

”Absoluut. In de afgelopen 20 jaar is het agrarisch karakter van de gemeente sterk verminderd. Ten opzichte van het jaar 2000 zijn er bijna driekwart minder varkens en twee derde minder kippen in de gemeente. Ruim 20% van de agrarische grond heeft in deze periode een andere functie gekregen en het aantal bedrijven is gehalveerd. Als je kijkt naar de bedrijven zonder opvolging, dan zal het aantal boeren de komende jaren wederom halveren. Dat gaat grote impact hebben op het Berg en Dalse buitengebied en gaat veel vragen van de jonge boeren die hier nog steeds hun toekomst zien.”

Wat zien jullie aan risico’s die die toekomst in gevaar brengen?

”Wat het boeren in deze tijd heel lastig maakt is de onzekerheid, niet weten waar je aan toe bent omdat de overheid de regels steeds verandert. De PAS-melders, de mestderogatie, de stikstof en zo kun je nog wel even doorgaan. Het grijpt allemaal in op je bedrijfsvoering en je moet er als agrariër maar weer een mouw aan passen. Stel als regering nou duidelijke regels en houd je daar dan vervolgens aan. We waren gewend om een jaar of vijf, tien vooruit te kijken bij het doen van investeringen in het bedrijf. Dat gaat tegenwoordig niet meer, we bekijken het maar van jaar tot jaar en dat voelt voor een ondernemer niet goed.”

”Nu het Landbouwakkoord geklapt is wachten we de plannen van Den Haag af. Dat lijkt in de richting van landelijk minder koeien en meer natuurbeheer te gaan. Op zich zijn we daar niet tegen, maar of dat gaat lukken is nog maar zeer de vraag. Voor iedere koe die je wegdoet leveren we meteen concreet inkomen in. Maar daar staat momenteel alleen maar de intentie van duurzame financiering van natuurbeheer tegenover. Op intenties kun je geen bedrijf draaien, die kun je niet eten.”

Wat doen jullie intussen om de duurzaamheid van je bedrijfsvoering te verhogen?

”Met duurzaamheid zijn we al jaren bezig. Op onze weiden is bijvoorbeeld veel rode en witte klaver te vinden en niet alleen maar Engels raaigras. De klaver bindt stikstof en verhoogt het eiwitgehalte van het gras, waardoor je minder bij hoeft te voeren. Door de klaver verbetert ook de biodiversiteit: het trekt veel bijen en insecten aan en dat is ook weer goed voor de weidevogels. De volgende stap is kruidenrijk grasland. Dit proberen we uit op de weiden voor het jongvee bij De Wolfsberg en Duivelsberg.”

Ik zie weinig koeien in de stal. Zijn ze allemaal buiten?

”Goed gezien. We doen al een tijd mee aan een project vanuit het ministerie van LNV: Grip op Gras. Met hulp van het ministerie zijn de weiden rondom onze huiskavel anders ingericht. De koeien gaan nu veel langer in de wei, en dat heeft veel voordelen. Ze halen door de grotere weidegang veel meer eiwit uit gras, zodat we ze minder hoeven bij te voeren met bijvoorbeeld soja. Dat scheelt CO2, en is weer een stap verder richting circulariteit dus. Ook is de ammoniakuitstoot van ons bedrijf nu veel lager, omdat in de wei mest en urine niet mengen. Het dierenwelzijn gaat er ook mee omhoog, en dat is natuurlijk ook heel mooi.”

Hoe is de rest van de keten hierbij betrokken?

”Wij leveren onze melk aan Friesland Campina. Die hebben een kwaliteitsprogramma opgezet voor hun leveranciers: Foqus Planet. Dat stimuleert melkveehouders om hun bedrijf steeds verder te verduurzamen. Voor resultaten binnen vier thema’s: klimaat, biodiversiteit, diergezond en -welzijn, en weidegang wordt een betere melkprijs betaald. Verduurzaming loont dus. We zijn hierin erg actief en willen elk jaar bij de beste 25% horen. Tot nog toe is ons dat ook nog steeds gelukt.”

Vorig bericht Zutphen helpt ondernemers en maatschappelijke organisaties met energiekosten
Volgend artikel Arnhem lanceert campagne voor het Beste Woonidee van Arnhem

Nu op WijGelderland