Woningbouw

Nieuw woningbouwconcept Flexcity

Concept om woningbouw te versnellen met flexwoningen

Nieuw woningbouwconcept Flexcity

Apeldoorn, Doetinchem,
Als eerste in Nederland onderzoeken gemeenten Apeldoorn en Doetinchem of Flexcity een oplossing is voor de woningnood. Daarvoor ondertekenden ze een intentieovereenkomst met het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De provincie Gelderland ondersteund waar mogelijk.

Flexcity helpt eigen stedelijke ontwikkeling en die van andere gemeenten

Flexcity is een nieuw concept om woningbouw te versnellen met flexwoningen. De onderdelen van de modulaire woningen worden in een fabriek gemaakt en op locatie in elkaar gezet. Dat is sneller en schoner dan reguliere woningbouw. Gemiddeld staat zo’n woning 10 tot 15 jaar op een plek, omdat de locatie tijdelijk beschikbaar is voordat er wat anders mee gaat gebeuren. Daarna moet de woning vaak worden verplaatst. Pas na ongeveer 30 jaar zijn de kosten terugverdiend. “Dat risico is groot voor de investeerders, waardoor er minder flexwoningen komen”, vertelt Jeroen Hatenboer, lid Expertteam Woningbouw van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). “Als vooraf al zeker is dat de woning een tweede plek krijgt, is investeren makkelijker.” Die zekerheid biedt Flexcity. Een gemeente plaatst 300 flexwoningen (of reguliere woningen) en biedt 200 garantieplekken voor flexwoningen uit andere gemeenten die in eigen regio geen nieuwe plek kunnen krijgen. In ruil daarvoor krijgt de gemeente geld van het ministerie. “Zo zorgt een gemeente voor meer woningen, én maakt die het andere gemeenten makkelijker meer woningen te plaatsen.” Ook de financiële garantie van het Rijk helpt daarbij. “Provincie Gelderland was enthousiast en legde het contact tussen ons en een aantal Gelderse gemeenten.”

Groei op lege plekken aan rand van Apeldoorn

Gemeente Apeldoorn wil deze kans benutten om eerder dan gepland kavels klaar te maken voor woningen. Jeroen: “Aan de rand van Apeldoorn komen dankzij geld van het ministerie garantieplekken die klaar zijn voor woningen. Als ze die plekken nodig hebben voor groei van Apeldoorn, richten ze eerst nieuwe kavels in. Daardoor ontstaat een beweging in gebiedsontwikkeling die helemaal nieuw is. Ze benutten het geld slim om te werken aan hun eigen gebiedsontwikkeling en om andere gemeenten de garantie te bieden dat ze flexwoningen kunnen doorplaatsen.”

Binnenstedelijke ontwikkeling in Doetinchem

In Doetinchem gaat het juist om een ontwikkeling binnen de stad. Eric Wijnroks, programmamanager gebiedsontwikkeling gemeente Doetinchem: “Spoorzone Doetinchem is een voormalig industriegebied. We willen daar een eigentijdse plek maken om te wonen en werken. De provincie dacht dat Flexcity ons daarbij kon helpen en wij zijn enthousiast. Flexwoningen zijn allang geen containers meer, maar energiezuinige woningen van goede kwaliteit. Doetinchem heeft veel voorzieningen. Willen we die behouden en een aantrekkelijke stad blijven, dan moeten genoeg mensen ze gebruiken. Daarom moeten we groeien. Dat doen we ook al. Doordat we flexwoningen sneller en schoner kunnen plaatsen, kan Flexcity helpen. Er is nog veel onduidelijk, maar we ontdekken graag samen wat er kan. We onderzoeken waar we kleine buurtjes flexwoningen kunnen plaatsen. We kijken met een woningcorporatie wat die kan en wil betekenen, en hoe we commerciële partijen kunnen betrekken. Onze organisatie is klein. Kunnen wij en alle andere partijen in hetzelfde tempo mee? En biedt het iedereen genoeg kansen om te zeggen: ‘We doen mee’? Dat is spannend. Daarnaast onderzoeken we waar we 200 garantieplekken kunnen maken. Dat kan ook buiten de Spoorzone zijn. De vergoeding is fijn, maar we willen ook niks op slot zetten doordat we daardoor woningbouwplannen moeten uitstellen. Een hele puzzel dus. Het ministerie begrijpt dat onze situatie anders is dan die van Apeldoorn. Veel nieuwe initiatieven gebeuren in grotere gemeenten. We vinden het beide interessant te ontdekken wat in een gemeente als de onze mogelijk is. We ondertekenden niet zomaar, we verwachten echt stappen te zetten.”

Onderzoeken wat kan en nodig is

Tot de zomer van 2023 hebben alle partijen de tijd uit te zoeken wat er kan en moet worden geregeld. Jeroen: “De Taskforce Tijdelijke Woningbouw en het Expertteam Woningbouw helpen daarbij, gemeenten hebben de leiding. Zij kennen de plek en hun inwoners. Als alles duidelijk is, kunnen we afspraken maken en aan de slag. Ik verwacht dat dan binnen 3 jaar de eerste locatie in ontwikkeling is. Wat er ook gebeurt, het is nooit voor niets. Dat is het mooie. Stel dat de garantiekavels niet worden gebruikt, werkte een gemeente daarmee aan de eigen ontwikkeling. En zolang ze niet nodig zijn voor flexwoningen van een andere plek, kan een gemeente ze ook zelf gebruiken. Bijvoorbeeld als sportveld.”

Provincie Gelderland ondersteunt gemeenten

Provincie Gelderland wil gemeenten blijven ondersteunen. Met het Actieplan Wonen zorgt de provincie sneller voor meer en betaalbare woningen. Jeroen: “Dat doet Flexcity. Het worden plekken waar de nieuwste ontwikkelingen te zien zijn. Dat kan bijvoorbeeld ook Gelderse bouwers van flexwoningen helpen.” Dit type woningen is zo veel mogelijk circulair: materialen worden hergebruikt. Ook dat vinden we belangrijk. Eric: “In Spoorzone Doetinchem gebeurt veel. Daarbij kunnen we de hulp en kennis van provincie Gelderland goed gebruiken.”

Gelderse trendsetters

Het uiteindelijke doel is 5.000 plekken verspreid over Nederland, waarvan 2.000 als garantiekavels. Jeroen: “Gemeenten Apeldoorn en Doetinchem en provincie Gelderland zijn trendsetters. Wat we leren, gebruiken we in andere gemeenten om nog sneller voor meer woningen te zorgen.”

Met het Actieplan Wonen stimuleert de provincie flexwonen in Gelderland met kennis, advies en subsidie. Bijvoorbeeld subsidie voor inhuur van tijdelijke capaciteit of expertise. Ook kunnen gemeenten terecht bij het Expertteam Woningbouw van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).

Vorig bericht Tijdelijke subsidie wolfwerende maatregelen
Volgend artikel Gelders Winterfonds leeg

Nu op WijGelderland